De proef van 331 km was erg ingewikkeld, getuige het feit dat ook de toprijders hopeloos de weg kwijt waren.
Dat was een schrale troost voor Straver, die het zichzelf aanrekende. “Het was dommigheid van mezelf dat ik achter een groepje anderen ben aangereden. Ik had zelf in het roadbook moeten kijken en daarop moeten vertrouwen, ook al klopte het niet helemaal.” In het roadbook stond een hoogspanningsmast getekend, maar die was in velden of wegen te bekennen, zodat de groep aan het dwalen sloeg. “Het waypoint moest daar vlak achter liggen. We zijn wel een uur aan het zoeken geweest. Ik heb het uiteindelijk gevonden, maar ik verwacht dat er veel zijn die het niet hebben.”
Meer dan zes uur deed Straver over de wedstrijdproef en dat leverde hem de 62ste tijd op. Erger vond hij het dat er na de special nog een verbinding van dik 450 km volgde over een weg vol haarspeldbochten, die de motorrijders ook nog eens een uur of zes kost. “Zo’n lange, saaie verbinding”, mopperde hij. “Daar krijg je een zere kont van. Ik had het roadbook afgeknipt en ik heb de route van de verbinding dus niet meer, dus nu moet ik wel achter iemand aan rijden, anders geraak ik niet in het bivak.”